Gerrie Ruijs, Directeur Veiligheidsregio/ commandant regionale brandweer Zaanstreek-Waterland
“Ik wil mensen stimuleren het beste uit zichzelf en hun werk te halen”
“Als ik ergens voor ga, dan ook voor de volle 100 procent. Dat had ik als meisje al en dat is ook nu nog niet veranderd. Dat betekent dat je tot grote hoogtes kan komen maar dat je ook vol de diepte in kan gaan. Dat heb ik zelf ervaren. Maar ik ben niet bang om de confrontatie met mijzelf aan te gaan. Uiteindelijk leer je jezelf er alleen maar beter van kennen. Echt leiderschap ontstaat pas als je eerst keihard de confrontatie met jezelf bent aangegaan, is mijn overtuiging.” Gerrie Ruijs is, als directeur van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, een van de hoogstgeplaatste vrouwelijke brandweer-officieren in Nederland.
Brandweerman worden is een jongensdroom, maar was het ook een meisjesdroom? Gerrie lacht: “Nee! Ik wilde architect worden, dus ik heb keurig mijn opleiding tot bouwkundig ingenieur gevolgd. Wat ik zelf wel zeker wist, is dat ik iets met mijn creativiteit wilde doen. Industrieel ontwerper leek me ook geweldig. Ik heb zelfs een toelatings-stuk gemaakt: een lamp. Die werd alom bejubeld, maar ik was op de toelatingsdag erg onzeker. Die anderen zijn veel beter, dacht ik.”
Vuur
Tijdens haar HTS-studie hoorde ze een stel medestudenten praten over de brandweeracademie. Puur toeval? Gerrie: “Dat weet ik niet. Ik geloof niet in toeval. Ik heb eerst een boekje erover gelezen en toen naar een korps gegaan, daar heb ik gevraagd hoe het nu echt in de praktijk ging. Een boekje kan het namelijk mooi vertellen maar is het in het echt ook zo?” Het bleek een zeer brede management-opleiding, waarbij het werk in veld niet vergeten werd. “Ik heb gesproken met brandweerofficieren en het leek me geweldig! Bovendien was het een uitdaging, omdat ik er samen met een andere vrouw de eerste vrouwelijke studenten ooit waren!”
Wat haar vanaf het begin trok in de brandweer was het vuur. “En dan bedoel ik niet de vlammen, maar de passie, de bevlogenheid van de brandweer. Het bleek een groep te zijn die een warme betrokkenheid op elkaar had. Stuk voor stuk zijn het bijzondere mensen. Ga maar na: desnoods zet je je leven in om een ander te redden. Ik was meteen om.”
Destijds moest je solliciteren bij een korps, die stuurde je dan naar de officiersopleiding. Maar toeval bestaat niet: ik had me nog niet aangemeld of in Den Haag vond men dat er meer vrouwen op officiersniveau moesten komen. Dus werd de sollicitatieplicht omgezet en betaalde Den Haag je opleiding. Na toelatingstesten werd ik goed gevonden en kon ik beginnen.”
Kracht
De weerstand was soms aanzienlijk. “Je merkt dat er drie soorten mensen zijn: degenen die zeggen ‘eindelijk een vrouw!’, degenen die zeggen ‘laat eerst maar eens wat zien’ en tenslotte degenen die het helemaal niks vinden. Ik heb van die laatste groep nooit zoveel last gehad. Ik begrijp dat sommigen bang zijn voor veranderingen. Bovendien heb ik behoorlijk wat vertrouwen in mezelf en ga voor wat ik wil. Dus ik blijf wel duwen tegen de drempels die worden opgeworpen.”
Door dicht bij zichzelf te blijven is ze nooit verhard. ”Ik ben op en top een gevoelsmens. Ik laat me graag inspireren door betrokken mensen die meer willen maken van zichzelf en de omgeving waarin ze werken. Ik ben heel duidelijk: ik heb respect voor ieders vakmanschap. Leer mij je vak, dan kan ik je de leiding geven die je verder helpt. Ik maak onderscheid tussen macht en kracht. Macht zit in de strepen op je mouw en is uiteindelijk zwak. Kracht zit in je hart en geeft je de kracht om echt een leider te zijn. Geef me de ruimte en ik maak dat waar!”
Die insteek leidde ertoe dat ze uiteindelijk de dienst verliet. “Ik wist dat ik pas echt tot bloei kon komen als ik mijn eigen ding deed. Ik werkte op dat moment bij Binnenlandse Zaken en er was nogal wat gedoe over een opvolging”. Het was weer zo’n moment in haar leven. “Ik ben opgestapt en ben mijn eigen bedrijf in interim-management begonnen. Zo werkte ik onder andere als interim-manager op het NIFV (Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid) en deed ik ook een opdracht voor Annemarie Jorritsma.”
Passie
“Annemarie liet doorschemeren dat het tijd werd dat vrouwen die dat konden op zouden staan om regionaal brandweercommandant te worden. De boodschap was duidelijk. Toen ik het verzoek kreeg uit Zaanstreek-Waterland om regionaal commandant te worden dacht ik: blijkbaar moet ik dit werk gaan doen. Ik heb die functie aangenomen omdat ik wist dat ik het kon al had ik op dat moment nog geen idee van het hoe. Ik wist dat het goed was voor mijn ontwikkeling. Uiteindelijk wil ik graag mijn eigen bedrijf weer oppakken, maar dan aangevuld met de lessen die ik inmiddels heb geleerd. Het lijkt me geweldig om “zieke” bedrijven gezond te maken en op koers te zetten, dit door met een, noem het maar ‘snel managementinterventieteam’ binnen te komen. Tevens de leiders en medewerkers van een organisatie zo te trainen dat zij zelf het bedrijf gezond en op koers kunnen houden. Vooral door mijn eigen persoonlijke ontwikkeling en mijn ervaring als commandant in strategisch leiderschap, heb ik een stevige basis hiervoor.”
Nog is het niet zover. “Nee, ik ben een leidinggevende met passie. Momenteel is mijn passie het team in Zaanstad-Waterland de kans te bieden zelf een mooie regio op te bouwen. Pas als dat is afgerond, kan ik vertrekken.” Intussen treft ze wel haar voorbereidingen. “Ik ben NLP master en volg nu de training “de ziel van leiderschap” erg handig voor leidinggevenden en bovendien belangrijk om mijn droom te verwezenlijken. Als je je gevoel verbindt met zakelijk handelen, dan kun je alles bereiken.”
Blijft over Gerrie’s creativiteit. Ze lacht: “Ik heb contact met een Almeerse kunstschilder, Antonio Poioumen, die zijn opbrengsten inzet in de derde wereld. Hij wilde mij wel les geven, maar pas nadat ik had duidelijk gemaakt wie ik was. Hij zegt: Mensen met een lege ziel kunnen geen kunst maken, omdat kunst uit het hart en ziel komt. Geweldig toch?” Gerrie mocht les nemen en kocht onderwijl het schilderij ‘Lichtzoekers’. “Het zegt veel over mij en mijn streven. Iedereen maakt wel een zwarte periode door, maar zelfs het kleinste lichtpuntje is genoeg om uitzicht te bieden. Wie dat licht in zich draagt, verlicht zelfs in de absolute duisternis. Een prachtig beeld. Zo wil ik zijn.”